Een gecombineerde interventie van scholing van voorschrijvers, medicatiebeoordelingen en farmaceutische visites door ziekenhuisapothekers leidt op chirurgische afdelingen tot een significante vermindering van geneesmiddelgerelateerde complicaties. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek.
Geneesmiddelgerelateerde problemen komen vaak voor tijdens een ziekenhuisopname. Het is echter nog niet bekend welke interventies daadwerkelijk leiden tot betere klinische uitkomsten voor de patiënt. Jacqueline Bos en collega’s onderzochten in de P-REVIEW-studie het effect van een actievere inbreng van de ziekenhuisapotheker [Br J Clin Pharmacol, doi: 10.1111/bcp.13141]. Ze kozen voor chirurgische afdelingen, waar veel hoogrisicomedicatie wordt gebruikt maar de kennis van complexe farmacotherapie onder de voorschrijvers beperkt is.
Op de afdelingen chirurgie, orthopedie en urologie van het Meander Medisch Centrum Amersfoort en het Isala ziekenhuis in Zwolle kregen alle voorschrijvers een scholing over pijnmedicatie, antitrombotica, vloeistoffen en elektrolyten, nierfunctiestoornissen, contrastvloeistoffen en preoperatieve antibiotische profylaxe. Daarnaast voerden de twaalf deelnemende ziekenhuisapothekers wekelijks medicatiebeoordelingen uit voor hoogrisico-patiënten en bespraken deze tijdens een visite met de voorschrijver.
Het aantal potentieel vermijdbare, klinisch relevante geneesmiddelgerelateerde problemen (gedefinieerd als overlijden, invaliditeit, verlengde opname of heropname binnen dertig dagen) tijdens de interventieperiode van zes maanden werd vergeleken met zes maanden van reguliere zorg. In totaal trad dit eindpunt op bij 1,1% van alle 6484 opnames tijdens de interventieperiode tegenover 1,6% van de 6780 opnames met reguliere zorg (p=0,029), relatief risico 0,72 (BI95 0,53-0,97). Om één klinisch relevant probleem te voorkomen, moesten 111 hoogrisicopatiënten gereviewd worden.
De interventie kostte € 6,18 per opname; dit was niet significant meer dan reguliere zorg (€ 6,04, p=0,272).
Bron: Pharmaceutisch Weekblad